Of we het nou willen of niet, elk mens op deze aardbol heeft een sterke behoefte aan liefde. Liefde is van oudsher een bron van veiligheid. Als oermens waren wij in ons eentje niet sterk genoeg om te overleven, we waren afhankelijk van onze familie, onze stam. Liefde betekende zorg, voedsel, nageslacht, en dus: overleven. Hier staan we inmiddels ver vanaf, maar deze diepe basisbehoefte sluimert nog in onze aderen. Liefde geeft ons nog steeds een gevoel van veiligheid. De mens is niet graag alleen.

Dit roept de vraag op hoe veilig liefde daadwerkelijk is en in hoeverre we op liefde kunnen bouwen. Genoeg mensen onder ons zijn onveilig gehecht tijdens hun jeugd en voor hen heeft liefde geen veilig karakter. Zij balanceren ergens op het spectrum van verlatingsangst en bindingsangst. Zij zijn, zoals Hannah Cuppen het mooi verwoordt, ‘liefdesbang’. Omdat zij nooit 100% hebben kunnen bouwen op liefde, steun en aandacht, creërt intimiteit een gevoel van bedreiging.
Maar ook voor veilig gehechte mensen is liefhebben absoluut niet alleen maar veilig en makkelijk. Sterker nog, het is soms een van de grootste uitdagingen waar wij als mens voor staan. Intimiteit vereist namelijk kwetsbaarheid. En liefde gaat vrijwel altijd, vroeg of laat, gepaard met pijn. Desondanks blijft de zoektocht naar liefde een grote drijfveer van ons mensen, en terecht. Wanneer we liefde hebben gevonden, hoe kunnen we die balans vinden tussen liefhebben en loslaten? Hoe kunnen we intimiteit combineren met afstand? Hoe kunnen we transformeren van liefdesbang naar een gezonde dynamiek?
De belangrijkste stap is het besef dat een angst voor binding niet veroorzaakt wordt door de ander, maar door iets in jou. Een vroeger trauma, een oude wond. Gewonde mensen, en daarmee bedoel ik onveilig gehechte mensen, trekken elkaar aan. 'Als jij verlatingsangst hebt en je aan mij vastklampt, dan kan ik in mijn cocon van bindingsangst blijven zitten en wegrennen.' De angst van de ander creëert een context die voor jou herkenbaar is, die veilig voelt. Dit maakt dat je altijd hetzelfde "soort" partner uitkiest en altijd in dezelfde dynamiek belandt. De partners die wij kiezen, reflecteren onszelf en dus ook onze eigen pijn. Dit zal pas veranderen wanneer jij je oude wonden, en de patronen die daaruit ontstaan zijn, onder ogen komt. Pas wanneer je zelf het werk hebt gedaan om te helen, zal je andere mensen aantrekken die ook op dat punt zijn.
Hoe hard dit ook klinkt, het is vooral een positieve noot. “Ik trek altijd foute mannen aan” hoeft niet meer zo te zijn. Jijzelf hebt de macht om daar verandering in te brengen. Dit begint bij bewustwording: kijk of je inzicht kan krijgen in je eigen patronen. Vanuit deze bewustwording kan je er grip op krijgen. Je oude patronen voelen veilig, dit heb je van kinds af aan gedaan. Je zult jezelf een 'nieuwe veilig' moeten aanleren, door elke keer weer van je oude patroon af te stappen en langzaam maar zeker jezelf laten wennen aan een nieuwe, gezondere dynamiek. Tot, uiteindelijk, deze dynamiek je nieuwe veilig wordt.